donderdag 22 mei 2014

Interview met schrijfcoach Marit van der Meulen


Laagdrempelige uitgeverijen rijzen als paddenstoelen uit de grond en ook wordt het steeds eenvoudiger om in eigen beheer uit te geven. De nieuwe schrijver wint steeds meer terrein. Boeken worden alleen niet zomaar verkocht. Als een nieuwe schrijver zichzelf echt op de kaart wil zetten, zal hij zelf zijn marketing moeten doen. Maar hoe doe je dat en wat kun je leren van schrijvers die je al voorgingen?


Deze week aandacht voor Daniëlle van der Stap. In haar boek Het stille verdriet vertelt ze over de weg die ze heeft afgelegd om haar hooggevoeligheid te accepteren. Zodra ze voet aan wal zet in Volendam en langs café De Hemel loopt, komt haar ontwikkeling in een stroomversnelling.  
Hoe lang heb je over het schrijven van je boek gedaan?
“Op 12 mei 2011 zette ik mijn eerste woorden op papier. In september 2012 kon ik de laatste punt noteren. Daarna begon het proces van schrappen, herschrijven en perfectioneren. Uiteindelijk ging april 2013 het manuscript richting de drukker en kon ik op 9 juni ‘mijn kindje’ aan de wereld presenteren.”
Wat is je het meest bijgebleven van het schrijfproces?
“De flow waarin ik terechtkwam. De woorden leken vanzelf op mijn scherm te verschijnen. Het schrijven kon ik met gemak uren per dag doen, waarbij ik alles en iedereen om me heen vergat. Ook de hulp die ik van buitenaf mocht ontvangen, zoals verkooppunten die zich aanboden, kwam spontaan op mijn pad. Op emotioneel vlak hakte het er wel in. Mijn boek betreft een autobiografisch verhaal over het (h)erkennen van mijn hooggevoeligheid en gave. Diep weggestopte ervaringen kwamen weer naar boven. In één jaar tijd heb ik vijf jaren herbeleefd.”